De energiesector zit in de hoek waar de klappen vallen, nu de olieprijs al anderhalf jaar fors omlaag gaat. Maar Michael Nabarro is voorzichtig optimistisch over 2016. Een herstel van de olieprijs is waarschijnlijk in de tweede helft van volgend jaar, maar van een structurele verandering in trends nog geen sprake is.

Olie is één van de belangrijkste grondstoffen ter wereld. Het wordt gebruikt bij de productie van bijna elk product dat in de industriële sector wordt gemaakt. Daarnaast werkt de prijs van een vat ruwe olie ook door aan de pomp.

De olieprijs is daarom van grote invloed op de economie. Dat de prijs van een vat ruwe olie al anderhalf jaar flink omlaag gaat, zorgt dan ook voor een hoop onrust op de financiële markten. Een vat Brent-olie noteerde in juni 2014 nog bijna 116 euro, maar is nu onder de 40 dollar terechtgekomen. Dat is een daling van meer dan 60 procent.

Dit is het gevolg van te veel productie (overaanbod), lagere groei in de vraag en de sterker wordende Amerikaanse dollar. Het overaanbod is onder andere het gevolg van het beleid van de OPEC en natuurlijk de opkomst van niet-OPEC-landen als producent. Hier vallen vooral de Verenigde Staten op, die per saldo zelfs exporteur kunnen worden.

De lagere groei in de vraag is het gevolg van het efficiënter omgaan met energie in de westerse landen (denk aan de opkomst van zuinigere auto’s) en de lager dan verwachte groei in de opkomende markten (met name China). Op dit moment helpt het warme weer ook niet mee. De sterkere dollar is het gevolg van het verschil in monetair beleid tussen de Federal Reserve en andere centrale banken.

Herstel gedurende 2016 verwacht

Ik verwacht dat op korte termijn de beweeglijkheid hoog zal blijven. Maar de olieprijs zal in de tweede helft van 2016 op een hoger niveau dan nu een nieuw evenwicht vinden. Als ik kijk naar het huidige overaanbod dan zal dat niet op de korte termijn opgelost zijn. Echter, gedurende 2016 houd ik er rekening mee dat de mondiale vraag naar olie langzaam zal blijven stijgen.

Daarnaast zal de productie bij niet-OPEC-landen verder onder druk komen zolang de olieprijs op lage niveaus blijft. Investeringen in nieuwe oliebronnen worden onrendabel met deze lage prijs. Voor diverse kleinere (vooral Amerikaanse) oliemaatschappijen zal de financiering van hun activiteiten een steeds groter probleem vormen als gevolg van de lagere winstgevendheid.

Als de markt gaat anticiperen op een betere vraag/aanbod-verhouding – oftewel een afname van het overaanbod – zal de olieprijs kunnen herstellen. Hoewel de Amerikaanse dollar op de korte termijn nog sterker kan worden, zal dit tijdens de tweede helft van 2016 waarschijnlijk geen remmende factor meer zal zijn. Uiteindelijk verwacht ik dat de huidige renteverschillen tussen de VS en andere landen weer kleiner gaan worden waardoor de dollar in waarde zal zakken. Vanuit fundamentele optiek lijkt gedurende 2016 een herstel van de prijs richting 50 tot 60 dollar per vat waarschijnlijk.

Maar wat vertellen de grafieken?

Uit de technische ontwikkeling van de Brent, MSCI World Energy Sector alsmede de Royal Dutch Shell A (RDSA) aandelen blijkt dat een herstel na de flinke dalingen waarschijnlijk is, maar dat van een structurele verandering in trends nog geen sprake is. Ik gebruik deze keer maandgrafieken (15 jaar) om de bewegingen goed in perspectief te kunnen zien.

Brent: dalende trend, maar herstel lonkt

(klik voor vergroting)

Picture1

Zoals u ziet is de prijs van Brent in de afgelopen 15 jaar bijzonder beweeglijk geweest, waarbij de emotie gedurende de uitschieters een prominente rol speelden. U ziet dat de prijs sinds 2014 in een vrije val is terecht gekomen. Hoewel er begin 2015 enige herstel plaatsvond, werd dit snel gevolgd door de meest recente daling.

De huidige dalende trend heeft ons gebracht bij de dieptepunten van 2008. Dit is vanuit technische optiek een belangrijke steun. Indien de koers onder 36 dollar sluit, dan lijken op de korte termijn zelfs verdere koersdalingen richting 20 dollar niet uitgesloten. Maar als dit niveau intact blijft, lijkt dat de perfecte opmaak te kunnen zijn voor een technisch koersherstel.

Indien de huidige dalende trendlijn opwaarts wordt doorbroken, komen wij in een zogenaamde overgangsfase. Een herstelbeweging heeft dan meer ruimte, waarbij koersen van boven de 50 dollar niet ondenkbaar zijn. De eerste rode lijn ligt op circa 54 dollar. Ik wil benadrukken dat er dan nog steeds geen sprake is van een stijgende trend, maar mogelijk slechts een consolidatie na de recente dalingen. Kortom, 36 dollar goed in de gaten houden, indien de dalende trend wordt doorbroken kan verder prijsherstel worden verwacht.

MSCI World Energy Sector

(klik voor vergroting)

Picture2

De onderste (relatieve) grafiek laat zien dat de energiesector tussen 2000 en 2008 beter presteerde dan de MSCI World Index zelf. Tussen 2008 en 2012 ging de glans er wat af en sinds 2012 is de koersontwikkeling relatief gezien een negatief verhaal geworden.

De bovenste grafiek laat zien dat er tussen 2009 en 2014 in de energiesector in absolute zin nog wel een winst werd gemaakt. Echter tussen 2012 en 2014 is er een divergentie waarneembaar tussen beide grafieken. Dit was het gevolg van een sector die in absolute zin nog wel wat opliep, maar de sterke stijging van de algemene index niet meer kon volgen. Sinds medio 2014 (toen zowel de olieprijs in een vrije val terechtkwam en de sterke opmars van de Amerikaanse dollar begon) is het zowel in absolute- als relatieve zin mis.

Gezamenlijk met de sector Materials hebben deze sectoren als een molensteen om de verschillende indexen gehangen. Beleggers in deze sectoren werden op flinke koersverliezen getrakteerd. Hoewel de energiesector de afgelopen tien jaar een zijwaarts karakter toont, is de trend de afgelopen twee jaar negatief. Maar als de olieprijzen stabiliseren zal dat waarschijnlijk op de korte termijn deze sector helpen. Mocht de dalende trendlijn sneuvelen, dan kan dat extra opluchting geven.

Belangrijk is dat deze sector niet onder 150 dollar sluit. Eronder lijken verdere dalingen waarschijnlijk. Hoewel er vanuit fundamentele optiek veel waarde in deze sector kan zitten, heeft de trendvolgende belegger hier vooralsnog niets te zoeken. De belangrijkste vragen voor 2016 zijn vooral in hoeverre de oliebedrijven moeten afschrijven en of met name de grote oliebedrijven in staat zijn om voldoende kasstromen te generen om de dividenden ook na 2017 te kunnen handhaven.

Hoe gaat het dan verder met Shell?

Picture3

De bovenste grafiek toont een zijwaarts koerspatroon van het aandeel Royal Dutch Shell A (RDSA). Het aandeel noteert momenteel lager dan 15 jaar terug. Maar de bandbreedte is erg groot tussen grofweg 17,50 en 30 euro. Dit biedt actieve beleggers kansen.

Maar ook voor langetermijnbeleggers is dit niet voor niets een bouwsteen in de portefeuille. De onderste grafiek laat namelijk zien dat de relatieve performance sinds 2001 ten opzichte van de AEX nog zo slecht niet is. Ondanks de magere jaren vanaf 2012, is het negatieve koersresultaat in de afgelopen 15 jaar nagenoeg gelijk.

Echter, gecorrigeerd voor het dividend is een belegging in RDSA beter geweest. Dit zou u sinds 2001 circa 2,6 procent per jaar hebben opgeleverd tegen een AEX van circa 1,4 procent. Kortom: weinig koersplezier, maar wel inkomen. En dat beeld lijkt voorlopig niet te veranderen. De belangrijkheid van het handhaven van het dividend is evident.

Grote uitdagingen, maar veel waarde

Door de snel veranderende wereld zal ook deze (oude) industriesector verder moeten veranderen. En dat is geen gemakkelijke opgave want de toekomst biedt ook nog steeds veel uitdagingen en onzekerheden. Maar veel grote olieconcerns zijn vooralsnog 'cashmachines' met goed gevulde balansen.

Hoewel het groeipotentieel moeilijk in te schatten is, zit er vooralsnog vanuit fundamentele optiek nog veel waarde in veel oliebedrijven. Dit maakt deze sector nog steeds aantrekkelijk voor beleggers op zoek naar inkomen.

Voor 2016 is de vraag of de grote oliemaatschappijen in het huidige marktklimaat de bovengemiddelde kracht van hun balans kunnen handhaven en kasstromen kunnen benutten voor verdere consolidatie in de sector. Daarnaast is het voor beleggers belangrijk dat de uitkeringen door middel van dividend gehandhaafd blijven. RDSA heeft met de overname van BG Group hierin een belangrijke stap gezet. Naar verwachting zal dit de kasstromen voorlopig op peil houden.

Maar als ik kijk naar de grafieken dan verwacht ik voorlopig geen einde aan het langere termijn zijwaartse koersverloop van de veranderende energiesector en Royal Dutch Shell. Waarbij ik wil benadrukken dat de kortere termijntrends negatief zijn.

Dat de olieprijs een belangrijke factor speelt moge duidelijk zijn. Hoewel er op de korte termijn nog veel volatiliteit verwacht mag worden, voorzie ik gedurende de tweede helft van 2016 wel een normalisatie van de olieprijs op een hoger niveau dan nu. Hierdoor kan de veel geplaagde energiesector gedurende 2016 mogelijk wat consolideren.

Ik wens u fijne feestdagen en een gezond en gelukkig 2016 toe.

Michael Nabarro is Investment Manager, Private Trading bij ABN Amro MeesPierson Private Banking. Michael’s financiële carrière begon in 1989 en sindsdien is hij actief betrokken bij het adviseren van particuliere en professionele relaties, voornamelijk partijen met een actieve beleggingsstijl. Zijn columns zijn niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Voor meer informatie zie: Technische Analyse bij ABN Amro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl